Onbeperkte Vergeving

Ik denk dat alle gelovigen zich wel eens afvragen of God hen nog wel kan vergeven, nadat ze het voor de  zoveelste keer verknoeid hebben. Natuurlijk bestaat er een grens aan Zijn vergevingsgezindheid en natuurlijk is Hij het beu om dezelfde belijdenis steeds opnieuw te moeten horen.

De waarheid is dat er geen beperking staat op God's vermogen om te vergeven, te reinigen en te herstellen. Ik kan geen enkel vers uit de Bijbel aanhalen dat een beperking aangeeft op het aantal keren dat God de zondaar wil vergeven. De vraag dient niet te worden gesteld vermits Zijn vergiffenis en genade onbegrensd zijn. Denk maar aan Israël en de vele honderden keren dat zij de ergste zonden beging. Maar de Here bleef hen vergeven en herstellen. In de tweeduizend jaren van Abraham tot Jezus waren er slechts enkele afzonderlijke keren dat de Natie werkelijk de Here diende, en toch hield Hij Zijn handen uitgestrekt naar hen en smeekte hen om terug tot Hem te keren. (Rom. 10:21).

Jammer maar de tijd kwam dat Hij ophield om tegen hen te strijden en zich tot de heidenen wendde, maar dat was niet omdat Hij geen vergeving en genade meer had, maar omdat zij zich niet tot Hem keerden. En dat is nu net waar het probleem ligt. We worden het moe om vergeving te vragen, lang voordat Hij het moe wordt om vergeving te schenken. En als we ons niet meer tot Hem keren en onze zonden niet meer belijden, kan Hij ons ook niet blijven vergeven. Maar zolang we dat vragen zal Hij ons zeker vergeven.

Dus waarom zouden we ophouden met vragen? Ten eerste stoppen we met vragen omdat we net als Israël arrogant zijn geworden en zo in zonde gedompeld dat we het zelf niet langer meer zien, en niet langer meer de behoefte voelen om berouw te hebben en om vergeving te vragen. Jammer genoeg zijn er te veel mensen die niet langer de onreinheid van hun zonde inzien en geen behoefte hebben om voor de Troon van Genade te komen. En als ze het doen, is het met een oppervlakkige en onoprechte "als ik iets verkeerds gedaan heb"-houding. God is niet geïnteresseerd in zulke belijdenissen, of in belijdenissen die meer betrekking hebben op zelfrechtvaardiging dan op bekentenis.  
De tweede reden waarom we stoppen met vragen is omdat we ons beschaamd voelen over onze constante en frequente mislukkingen en alzo op een punt komen dat we geen genade meer durven vragen. En dat is net wat de Duivel wil - hij wil dat we de schaamte voelen en ons verbergen voor God i.p.v. ons tot de Vader te keren en Zijn genade en vergevingsgezindheid te ervaren die Hij vrijelijk uitdeelt.

Als je meent dat je God niet langer kunt "vervelen", sta me dan toe jou drie vragen te stellen. Ten eerste: Hoe dikwijls heb je dezelfde zonde bedreven? Tien, honderd of duizend keer? En de Tweede vraag: hoe dikwijls heb je gezondigd sinds je laatst vergeving hebt gevraagd? Ten slotte: Van welke van die twee heeft God weet van? De enige zonden waar Hij weet van heeft zijn deze die je niet hebt opgebiecht! Al de andere zijn weg, vergeven, vergeten en de teller is op nul gezet.

Wanneer we tot de vader gaan en Hem zeggen dat we zo'n spijt hebben omdat we dezelfde zonde duizend keer hebben begaan, antwoord Hij dat Hij niet weet waarover je het hebt. Deze zonden zijn vergeven en Hij zegt: “en hun zonden zal Ik niet meer gedenken” (Heb. 8:12). De enigen die een lijst bijhouden ben jijzelf en de Aanklager van de Broederen. Dus als we de Troon van Genade naderen zijn de enige zonden die van belang zijn en de enige zonden die God herinnert, diegene die we bedreven hebben sinds de laatste keer dat we tot Hem kwamen. De overigen zijn voor altijd weg. Dus als je een korte afrekening houdt met de Here zou er altijd maar één zonde mogen op staan, en als je om vergeving vraagt dan is dat enkel voor die ene. De duizenden uit het verleden bestaan niet meer.

Niet alleen zijn onze zonden uitgewist en beginnen we telkens opnieuw met een propere lei, maar de genade is nieuw elke morgen - net zoals het manna in de woestijn. Al wat je moet doen is jou er naar uitstrekken en het aannemen. “Het zijn de gunstbewijzen des Heren, dat wij niet omgekomen zijn, want Zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw!” (Klaag. 3:22-23). Er is dus verse aanvoer van God's genade elke morgen en de aanvoer zal nooit eindigen. “En in Hem hebben wij de verlossing door Zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom Zijner genade, welke Hij ons overvloedig heeft bewezen in alle wijsheid en verstand.” (Efe.1:7-8). Bemerk de nadruk op “de rijkdom Zijner genade” en dat Hij “overvloedig” aan ons geeft. Dit gaat niet over een geringe, zuinige, spaarzaam gegeven stukje genade maar een overvloedige, genereuze en overvloeiende genade - meer dan we ooit kunnen opgebruiken.

Ik weet dat velen zich schuldig voelen omdat ze dezelfde zonde die hen steeds opnieuw strikt niet overwinnen. Ja we moeten de strijd winnen en de zonde moet overwonnen worden maar dat heeft niets te doen met God's vermogen en bereidwilligheid om te vergeven. Ik geloof niet dat het God's wil is dat we er niet op vooruit gaan en dat dezelfde zonde ons jaar in jaar uit verstrikt. Als je de strijd niet kunt winnen dan heb je misschien raad nodig en moet je iemand vinden die jou goede raad en advies kan geven. Het kan ook zijn dat je niet wint omdat je ongehoorzaam bent in een andere maar gerelateerde zaak. Bijvoorbeeld misschien spreekt de Here tot jou over je gebedsleven, Bijbellezing of aanwezigheid in de gemeente, en misschien staat jouw ongehoorzaamheid in deze zaken in direct verband met jouw kwetsbaarheid aan verleiding en zonde. Misschien zoek je de zonde i.p.v. er van te vluchten. Er bestaan vele redenen waarom je verslagen bent.

Maar dat neemt niet weg dat de Here jou kan en wil vergeven, meer nog dan dat jij Hem wil vragen. Je zal nooit de zonde overwinnen als je niet leert er om te vragen, te ontvangen en te geloven in God's vergiffenis. De schaamte en schuld strikt ons en voorkomt dat we vrijkomen. En we geloven al te gemakkelijk de leugens van de Duivel dat we niet goed genoeg zijn en dat we verliezers zijn, dan dat we God's waarheid geloven dat we gewassen en vergeven zijn, en met de zonde vergeten nieuwe scheppingen zijn.
De basis waarop we God naderen voor vergeving heeft geen uitstaans met onze werken, mislukkingen of successen. Het enige dat telt als je nadert tot de Troon van Genade is dat het bloed van Jezus steeds voorhanden is en steeds in staat is de vuilste zonde af te wassen. Als de Vader het bloed van Zijn Zoon ziet, is Hij tevreden - jouw werken zijn totaal irrelevant.

Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.” (Heb. 4:16).